Abstract merk: Een merk dat geen directe relatie heeft met de producten of diensten die het vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld: Apple voor elektronica.
Aanvraagdatum: De datum waarop een merkregistratie wordt aangevraagd bij het merkenbureau.
Benelux merk: Een merkregistratie die geldig is in België, Nederland en Luxemburg.
Beschrijvend merk: Een merk dat direct de eigenschappen of kenmerken van het product of de dienst beschrijft. Bijvoorbeeld: "Fris & Fruitig" voor fruitsap.
Bewijs van gebruik: Bewijsmateriaal dat aantoont dat een merk daadwerkelijk wordt gebruikt voor de aangeboden producten of diensten.
Certificeringsmerk: Een merk dat dient om te certificeren dat producten of diensten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld: KEMA, KOMO, POLITIE KEURMERK.
Collectief merk: Een merk dat wordt gebruikt door de leden van een vereniging om hun gezamenlijke kenmerken of kwaliteit te benadrukken. .
Concurrerend merk: Een merk dat vergelijkbare producten of diensten aanbiedt als het merk waarop een persoon of bedrijf zich richt.
Depot: Het indienen van een aanvraag voor merkregistratie bij het merkenbureau.
Domeinnaam: Een unieke webadresnaam die wordt gebruikt om een website te identificeren.
Exclusief recht: Het recht om een merk exclusief te gebruiken in de aangegeven categorieën producten of diensten.
Functieloze vormmerk: Een merk dat bestaat uit een vorm die geen enkele functie heeft in de productie of het gebruik van het product. Bijvoorbeeld: de Coca-Cola fles.
Gebruik in het economisch verkeer: Het actieve gebruik van een merk voor de verkoop van producten of diensten.
Gebruiksverplichting: De verplichting om een merk daadwerkelijk te gebruiken binnen een bepaalde periode na registratie.
Handelsnaam: De naam waaronder een bedrijf wordt gedreven.
Homonieme merken: Merken die hetzelfde klinken, maar een verschillende oorsprong en betekenis hebben. Bijvoorbeeld: Bank (financiële instelling) en bank (zitmeubel).
Identiek merk: Een merk dat exact identiek is aan een ander merk.MULTIVLAAI is niet identiek aan MULTI-VLAAI.
Inbreuk op merkrechten: Het onrechtmatig gebruik maken van een merk dat eigendom is van een ander.
Internationale merkregistratie: Het registreren van een merk in meerdere landen met behulp van het internationale merksysteem.
Juridisch advies: Professioneel advies over merkenrechtelijke aangelegenheden, vaak geboden door gespecialiseerde advocaten.
Klasse(n) van producten of diensten: De indeling van producten of diensten in categorieën volgens een internationaal classificatiesysteem, zoals de Nice Classificatie.
Licentie: Het verlenen van toestemming aan een derde partij om een merk te gebruiken tegen betaling van een vergoeding.
Merkaanvraag: Het proces van het indienen van een merkregistratie bij het merkenbureau.
Merkbeschikbaarheidsonderzoek: Een onderzoek naar de beschikbaarheid van een merknaam voordat een merkregistratie wordt aangevraagd.
Merkregistratie: Het officieel vastleggen van een merk bij het merkenbureau.
Namaak: Het produceren of verkopen van producten onder een merknaam zonder toestemming van de merkhouder.
Niet-onderscheidend merk: Een merk dat geen onderscheidend vermogen heeft en daardoor niet naar specifieke producten of diensten verwijst.
Oppositieprocedure: Een procedure waarbij een derde partij bezwaar maakt tegen de registratie van een merk.
Overdracht van merkrechten: Het overdragen van de eigendom van een merk van de ene partij naar de andere.
Prioriteitsclaim: Het claimen van prioriteit op basis van een eerdere merkregistratie in een ander land.
Publiek domein: Het domein van merken die geen eigendom zijn van een specifieke persoon of bedrijf en vrijelijk kunnen worden gebruikt.
Rechtsverwerking: Situatie waarin een merkhouder niet optreedt tegen inbreukmakend gebruik en daardoor het recht verliest om in de toekomst op te treden.
Schadevergoeding: Een financiële vergoeding die kan worden toegekend aan de merkhouder bij inbreuk op zijn merkrechten.
Slogan of slagzin: Een korte en krachtige zin die wordt gebruikt om de merkidentiteit te versterken.
Territorialiteitsbeginsel: Het beginsel dat merkrechten alleen van kracht zijn in het gebied waarin het merk is geregistreerd.
Trademark: Het Engelse woord voor merk.
Uniemerk: Een merkregistratie die geldig is in alle lidstaten van de Europese Unie.
Verwarringsgevaar: Situatie waarin een merk zodanig lijkt op een ander merk dat het publiek in verwarring kan raken over de herkomst van de producten of diensten.
Volmacht: Een schriftelijk document waarin een persoon of bedrijf een ander de bevoegdheid geeft om namens hen merkregistratieprocedures uit te voeren.
Waren- en dienstenklassen: De verschillende categorieën waarin producten en diensten zijn ingedeeld volgens de internationale Nice Classificatie.
Kanaalpark 140
2321 JV Leiden
Telefoon: 071-203 23 83
E-mail: info@merkenstichting.nl